Ze hebben een bijna magische aantrekkingskracht: de bloembollen. Jaarlijks bezoeken meer dan een miljoen toeristen de Keukenhof in Lisse, het landschapspark waar sinds 1950 op initiatief van kwekers en exporteurs voorjaarsbloeiende bloembollen worden getoond. De bloembollenvelden behoren tot de meest karakteristieke landschappen van Nederland.

Claude Monet was er dol op. Hij beklaagde zich erover dat zijn palet niet toereikend was om de bollen goed te kunnen schilderen. Vincent van Gogh ging hem voor, Ferdinand Hart Nibbrig en de Amerikaanse kunstenaar George Hitchcock volgden snel daarna. De Nederlandse kunstschilder Anton Koster maakte er zelfs zijn specialiteit van en werd door zijn vrienden Anton Tulp genoemd.

Waar komen de bollenvelden vandaan? Hoe hebben ze zich ontwikkeld en waarom juist in de Duin- en Bollenstreek? En vanwaar de fascinatie van juist buitenlandse kunstenaars om de jaarlijkse explosie van kleuren in de lente met verf of fotocamera te verbeelden? Dit boek beschrijft voor het eerst de geschiedenis van het bollenveld in de kunst tot aan de dag van vandaag. Recent werk van Daniel Buren en Andreas Gursky laat zien dat de belangstelling voor het bollenlandschap nog steeds springlevend is.

Dick Beutick

Het werk van de Hillegomse kunstenaar Dick Beutick staat ook omschreven in het boek. De kunstenaar is vanaf het begin betrokken bij het opzetten van de Kunstuitleen. Zijn werk is vertegenwoordigd in de collectie van Galerie / Kunstuitleen Bollenstreek.

De Hillegomse kunstenaar Dick Beutick wandelt het hele jaar door de streek. “Wonend in de Duin- en Bollenstreek zou je vermoeden dat het agrarisch buitengebied enorm is. Maar helaas is het hele open karakter van het landschap grotendeels verdwenen. In de open gebieden van weleer herbergen nu vooral tuinbouwbedrijven, tuincentra, sportvelden en wegen, en daar moet je het als wandelaar maar mee doen. Toch blijkt bij nadere beschouwing dat je echt niet ver van huis hoeft om van de schoonheid van dit buitengebeuren te kunnen genieten.”

Zo is de kunstenaar jaren geleden begonnen met het maken van geruite schilderijen, waarvan de blokjes de kleuren weergeven van de omgeving waar hij woont. Hij ziet zichzelf als bermtoerist, die als huisschilder de olieverf laagje voor laagje aanbrengt op een schilderdoek en daarmee een landschappelijk sfeerbeeld oproept. Omdat de bloemenpracht maar van korte duur is, komen de kleuren vooral tot uiting in de tinten van zand, klei, stro en de boeiende bermbegroeiing. De kleuren die de kunstenaar gebruikt in zijn werk worden ook beïnvloed door de weersomstandigheden, en de bijbehorende speling van het licht.

Specificaties: Formaat 19,7 x 19,7, Aantal pagina’s 240, Auteurs Werner van den Belt en Bob Hardus, Illustraties Circa 200 afbeeldingen in kleur, ISBN 978 94 625 8426 6, Jaar 2021, Taal Nederlands, Uitvoering Gebonden, Uitgever WBOOKS